Volgens Hendriks is er een “nieuw, triest dieptepunt” in de lokale politiek bereikt nu diverse partijen Zandvoort in een crisis storten omdat zij een nieuw aangelegde weg naar het circuit alleen maar door de Formule 1 wilden laten gebruiken. “Onbegrijpelijk en onverantwoord”, stelt Hendriks. “Niet alleen is het absurd om een gloednieuwe weg alleen maar voor de Formule 1 te gebruiken, bovendien gaat het tegen de gemaakte afspraken in en zijn we dus een crisis rijker. Juist nu, in tijden van de coronacrisis, moeten we samen de schouders eronder zetten en er zijn voor al onze inwoners.”
Wat is er gebeurd?
De gemeente Zandvoort draagt de terugkeer van de Formule 1 naar Zandvoort een warm hart toe. De gemeenteraad besluit daarom op 26 maart 2019 die terugkeer financieel te steunen door onder meer “een krediet ten bedrage van € 500.000 per 1 april 2019 ter beschikking te stellen ten behoeve van een investering voor de aanleg van minimaal één nieuwe toegangsweg naar het circuit”. Inmiddels ligt die weg er, en zou alles klaar zijn geweest om afgelopen weekend te genieten van een prachtig evenement. PVV, GroenLinks en D66 dienden deze week ineens een amendement dat zou vastleggen dat de weg alleen door de gemeente betaald wordt als deze uitsluitend gebruikt wordt voor de Formule 1 - een evenement van drie (!) dagen per jaar.
Afgelopen woensdag en donderdag heeft de raad een fel debat gevoerd. Niet -zoals de agenda vermeldde- over de financiële situatie van de Formule 1. Zelfs niet echt over de toegangsweg en hoeveel dagen die gebruikt mag worden.
Tijdens de raadsvergadering wees Belinda Göransson de indieners op de tekst van het oorspronkelijke besluit. Het geld was zonder voorwaarden beschikbaar gesteld. Het verlenen van een vergunning is aan het college, en niet aan de gemeenteraad. Ook noemde zij het niet zakelijk om voor 500.000 euro een weg aan te leggen en die in totaal voor 9 dagen te gebruiken. Een zeer dure weg - kosten 55.000 euro per dag.
PVV, GroenLinks en D66 geven het college hiermee de opdracht om achteraf nadere voorwaarden te verbinden aan het gebruik van de tweede toegangsweg naar het circuit. Een weg die overigens al is aangelegd - een onuitvoerbaar amendement dus. Ook werd tijdens het debat forse persoonlijke kritiek geuit op wethouder Verheij. Het amendement is in stemming gebracht. Daarbij kreeg het de naast de indieners tevens de steun van coalitiegenoot OPZ, en werd het amendement aangenomen. Reden voor het college zich te beraden op haar positie. Zandvoort is een crisis rijker.
Verheij
Het debat ontaardde snel in een reeks persoonlijke aantijgingen aan het adres van VVD-wethouder Verheij. Een opmerkelijk verwijt dat de wethouder gemaakt werd, is dat zij geen harde onderhandelaar zou zijn, maar iemand die streeft naar consensus. De VVD ziet het zoeken naar consensus juist als een kracht van deze wethouder. Ook tijdens de raadsvergadering zagen we haar zoeken naar een oplossing. Ze gaf aan de strekking van het amendement mee te nemen in een gesprek met het circuit en de provincie. En zo de input van de indieners mee te nemen. Een duidelijke toezegging. Zoeken naar consensus en een oplossing kan echter alleen als ook de andere kant op zo’n moment meebeweegt. De indieners van het amendement bewogen niet en blijven bij hun standpunt. Onvermurwbaar.
Terecht gaf het college aan dit amendement onacceptabel en
onuitvoerbaar te vinden. Het plaatst de wethouder onder curatele. Het laat geen
ruimte voor een gesprek. Het is daarmee, zoals het college aangaf, een kwestie van
vertrouwen.
Samenwerken
Martijn Hendriks is helder. “Hoewel het natuurlijk diep
triest is dat Zandvoort in een zoveelste crisis is gestort, juist nu, kunnen we
hier niet te lang bij stil staan. Ik hou me iedere dag maar met één ding bezig:
hoe kunnen we er zijn voor onze inwoners die in deze onzekere tijden veel voor
hun kiezen krijgen. Dat betekent dat we eerlijk moeten zijn, onze afspraken na
moeten komen en met zoveel mogelijk mensen en partijen moeten samenwerken om
goed door de coronacrisis te komen. Er is geen tijd te verliezen. We kunnen
niet nóg een crisis gebruiken.”