2 maart Sloppiestocht, loop mee!

Zondag 2 maart organiseert de VVD afdeling Zandvoort-Bentveld een Sloppiestocht. Een interessante wandeling onder begeleiding van een bekende Zandvoortse gids, die alles gaat vertellen over het verleden. Daarnaast is het een mooie gelegenheid om kennis te maken met onze kandidaat-raadsleden. Na afloop van de wandeling (ongeveer anderhalf uur) trakteren we op een drankje met een lekker bitterballetje.

Deelname is gratis. U hoeft zich niet op te geven. Tot zondag 14:00 op het Raadhuisplein in Zandvoort.

Vissersleven

Bron: Zandvoorts museum

Eeuwenlang was Zandvoort een vissersdorp. De mensen leefden van de visserij. De schepen waren nog niet zo groot en stevig als nu, dus er gebeurden regelmatig ongelukken. Vaak stonden de vissersvrouwen op de uitkijk om hun mannen op te wachten die terugkwamen van zee. Zij brachten via het Visserspad, lopend op blote voeten met de mand vis op hun rug, de vis naar de vismarkt in Haarlem.

Zandvoort had geen haven. Daarom gebruikte men hier bomschuiten, zeilboten met een platte onderkant. Dat is handig, want dan kan de boot helemaal op het strand schuiven.  Een bomschuit werd gemaakt van aangespoeld hout. Vissers waren niet rijk, dus dan maakte je gewoon gebruik van wat er op het strand aanspoelde. Als de boot af was, werd hij naar zee geduwd. Er is nog steeds een straatje dat hieraan herinnert: het Schuitengat.

De vissers woonden in het dorp. Het dorp was vroeger veel kleiner dan nu. Maar het centrum was er toen ook al. En sommige huisjes uit die tijd zijn er nog steeds. Klein, met lage daken en vaak een tikkeltje rommelig.  Al die huisjes – van de smid, de bakker, de slager, de schoenmaker, de vissers – stonden door elkaar heen. Het waren niet echt straten waaraan ze lagen, het waren meer steegjes. Deze steegjes noemen we nu de sloppies.

Eind negentiende eeuw werden er steeds meer mooie hotels gebouwd voor de toeristen. Zandvoort werd een badplaats. Het contrast was soms groot: vergelijk de sloppies en de arme vissersvrouwen met de rijke toeristen bij hun hotel. Steeds meer vissers veranderden van beroep. Want zo langzamerhand kon je meer verdienen aan het toerisme dan aan de vissen.

Zo verdween de visserij langzaam maar zeker uit Zandvoort. De vissers die overbleven vertrokken naar IJmuiden omdat daar een haven en een vismarkt was. Dan kon je meteen je vangst verkopen, in plaats van eerst helemaal naar Haarlem te moeten lopen!

De laatste bomschuit van Zandvoort is aan de gemeente Zandvoort geschonken. Maar in de Tweede Wereldoorlog, toen er bijna geen hout meer voor de kachels was, hebben de inwoners van Zandvoort het bootje… opgestookt in de kachel.